De ziekte leucose ontstaat ten gevolge van een infectie met het Feliene Leucemie Virus (FeLV). FeLV wordt voornamelijk overgedragen via speeksel van besmette katten, maar ook via urine en ontlasting. De overdracht via speeksel heeft tot gevolg dat samenlevende katten die uit elkaars voederbak eten vaak beide besmet zijn. Niet alle katten die in contact komen met het leucemie virus krijgen ook daadwerkelijk de ziekte leucose. Men heeft vastgesteld dat voornamelijk jonge kittens gevoelig zijn voor het ontwikkelen van de ziekte. Oudere katten schijnen in vele gevallen een afweer tegen het virus te ontwikkelen.
Symptomen: Infectie met FeLV veroorzaakt leukemie: tumoren van de witte bloedcellen. Dit kan tot gevolg hebben dat de kat tumoren krijgt, eender waar in het lichaam. Vaak worden de interne organen, zoals lever, longen, milt en nieren aangetast. Leucose is een vaak voorkomende oorzaak van tumoren bij katten. Door de ziekte gaan de witte bloedcellen, die instaan voor de afweer, hun werking niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Dit heeft een ziektebeeld tot gevolg dat grote gelijkenissen vertoont met FIV of kattenaids: een verminderde weerstand gekenmerkt door chronisch ontstekingen en infecties.
Diagnose: De diagnose van leucose wordt gesteld dmv een bloedtest. Deze test wordt vaak gecombineerd met de FIV-test, omdat het ziektebeeld van beide ziektes erg kan gelijken en omdat infecties met deze virussen vaak samen voorkomt.
Behandeling: Er is geen genezing mogelijk voor leucose. De secundaire infecties kunnen bestreden worden met antibiotica. Tumoren kunnen behandeld worden met medicatie die de groei van de tumoren onderdrukt, maar deze hebben vaak ook een negatief effect op de al verminderde weerstand van de kat.
Prognose: Slecht, leucose is dodelijk. Meestal sterven de katten binnen de 1 tot 3 jaar.
Preventie: In tegenstelling tot FIV is er wel een vaccin beschikbaar tegen het leucemie virus. Dit vaccin verkleint sterk de kans dat de kat de ziekte gaat ontwikkelen, maar sluit deze kans niet volledig uit.